Monumenten Berkel en Rodenrijs

Op deze pagina vindt u een overzicht van alle monumenten in Berkel en Rodenrijs met een korte beschrijving.

Al eeuwen bestaat Berkel en Rodenrijs uit het lint Rodenrijseweg-Herenstraat-Noordeindseweg en de Kerkstraat met de dorpskerk als centrum. Het lint werd gevormd door de boerderij verkaveling. In de Kerkstraat ontstond een winkel- werk- woonstraatje.

Het dorp heeft zich vanaf de tweede helft van de twintigste eeuw verder uitgebreid en vernieuwd. Bijna alle historische panden in de Kerkstraat zijn vervangen door moderne (winkel)panden. Alleen op nummer 20 bevindt zich nog een origineel pand uit het verleden, het is daarmee het oudste pand aan de Kerkstraat.

Het pand is mogelijk zeventiende-eeuws, de voorgevel is diverse keren verbouwd en gedeeltelijk negentiende-eeuws. Bijzonder is dat met dit pand de schaal van de middeleeuwse verkaveling van het oorspronkelijke straatje nog zichtbaar is. 

Tot in de jaren dertig van de 20e eeuw was het gebruikelijk dat de huizen in gesloten bouwblokken werden gebouwd. Daarbinnen was een gesloten binnenterrein dat niet of beperkt toegankelijk was vanaf de straat. Omdat de huizen veelal dicht op elkaar stonden kregen veel woningen, vooral op de begane grond en op de hoeken van een blok, nauwelijks zonlicht, zeker in het winterseizoen. Het stedenbouwkundige plan van de straten is die van het “open bouwblok”. Dat was voor die periode vernieuwend; men was het gesloten bouwblok gewend.

De architectuur laat zien dat de architect beïnvloed is door de Amsterdamse School, maar er een dorpse vertaling aan heeft gegeven. Er staan nog maar enkele van deze projecten in het land. Duidelijk is dat het project in die tijd zorgvuldig en bewust is ontworpen. Wellicht is dit het eerste project van de toenmalige woningcorporatie geweest.

Dit is een voorbeeld van de zorg voor een goede huisvestingskwaliteit voor de lage inkomensgroepen. Tot uiting gebracht in door architecten goed ontworpen woningen. Zo zijn in het hele land door maatschappelijk betrokken woningbouwverenigingen zorgvuldige buurtjes neergezet. De woningen aan de Oranjestraat maken daar deel van uit.

De Oranjewijk vindt u op het overzichtskaartje onder nummer BR 3.

Oranjewijk
Oranjewijk.
Oranjewijk
Oranjewijk.

Deze boerderij stamt uit de zeventiende eeuw en mogelijk zelfs uit de tijd van Johan van Oldenbarnevelt. Hij was ooit eigenaar van de nabij gelegen boerderij De Tempel.

Het kruis boven de kelderramen betekent ‘weert de duivel van melk en zuivel’.

Bijzonder is de nog intacte karnmolen in de oude stal. Hier werd melk gekarnd tot boter. Daarnaast zitten de bijzondere wc’s, één voor volwassenen en één voor kinderen, naast elkaar. Het verleden van de boerderij is uitvoerig beschreven in het boek: ‘Boerderijen van Berkel en Rodenrijs’.

De stal is enige jaren geleden geheel verbouwd en aangepast tot een zorgboerderij voor kinderen met een beperking.

De Laan van Koot vindt u op het overzichtskaartje onder nummer BR 4.

Bergschenhoek en Bleiswijk liggen in het Hoogheemraadschap van Schieland en Krimpenerwaard. De Landscheiding is de westgrens van dit gebied met Delfland, waar Berkel ligt.

Het dertiende-eeuws dijklichaam loopt vanaf de Schie tot Lansinghageweg in Zoetermeer. Het is onderdeel van een ooit ingewikkeld netwerk van waterkeringen tussen Rijnland, Delfland en Schieland dat in de middeleeuwen is ontstaan om de waterhuishouding in deze gebieden beheersbaar te maken. Het is onmisbaar geweest voor het voortbestaan van deze dorpen en de hele regio.

In de volksmond wordt de landscheiding de ‘Lansing’ genoemd en hieraan ontleent de gemeente Lansingerland haar naam. De Landscheiding is ook terug te vinden in het gemeentewapen, het wordt gesymboliseerd door de groene dwarsbalk. Het stuk van de Ds. van Koetsveldstraat tot de Oostersingel wordt al eeuwenlang als weg gebruikt. De brug bij de Ds. van Koetsveldstraat ligt hier sinds 1774 en delen stammen ook uit die tijd.

De landscheiding Berkelseweg – Oostersingel vindt u op het overzichtskaartje onder nummer BR 5.

Waar deze gevelsteen precies vandaan komt is niet bekend. De afgebeelde prijsstier met lauwerkrans doet vermoeden dat het bij een boerderij behoorde. De stier is een symbool van kracht en vruchtbaarheid.

De gevelsteen is fraai gebeeldhouwd in de vorm van een cartouche met in de middelste krul een dolfijnenkop. Dergelijke omlijstingen zijn kenmerkend voor de Renaissance. De steen wordt gedateerd op het eerste kwart van de zeventiende eeuw en is dus veel ouder dan de garage waar hij nu ingemetseld is.

Dergelijke gevelstenen zijn zeldzaam op het platteland. De steen is zo bijzonder dat het tot gemeentelijke monument is aangewezen.

De Gevelsteen vindt u op het overzichtskaartje onder nummer BR6.

Spanning en sensatie in de Berkelse dorpskerk! Want naast een plek voor het belijden van het geloof werden hier ook overtreders opgesloten.

Bij de nieuwbouw van het schip in 1732 bleef het hoofdkoor gespaard, maar moest een oud gevangenisgebouwtje wijken. In de toren uit 1500 is toen een kamertje getimmerd dat als gevangenis is gebruikt. In dezelfde periode plaatste men voor de kerk het sierlijke ijzeren toegangshek. De bebouwing aan de Kerkstraat liep vroeger helemaal door tot aan het hek.

In 1949 is het gotische koor vervangen en daarmee is de kerktoren nu het oudste bouwwerk in het dorp. In het interieur van de kerk staan nog enkele originele meubels. Zoals de zeventiende-eeuwse preekstoel, de heerlijkheidsbank, de koperen kroonluchters, het zeventiende-eeuwse uurwerk en de achttiende-eeuwse orgelkast.

De Dorpskerk en toegangshek, Kerksingel 1 vindt u op het overzichtskaartje onder nummer BR7.

Dorpskerk en toegangshek in Berkel en Rodenrijs
Dorpskerk en toegangshek in Berkel en Rodenrijs.
Dorpskerk in Berkel en Rodenrijs
Dorpskerk in Berkel en Rodenrijs.

Deze tuinderswoning met Jugendstil kenmerken is omstreeks 1910 gebouwd. Het heeft de allure van een chalet.

De woning is zorgvuldig ontworpen als een ensemble van drie elementen, een langs gevel, een torentje en een kopgevel. Door de detaillering van onder andere geglazuurde sierlijsten en segmentbogen worden de drie delen één geheel. Rode en gele verblendstenen zijn decoratief in de gevel verwerkt.

De Noordeindseweg 61 vindt u op het overzichtskaartje onder nummer BR8.

Het benedengemaal met watergang aan de Noordeindseweg is in 1959 gebouwd ter vervanging van een stoomgemaal aldaar, door het waterschap Polder Berkel (vanaf 1977 opgegaan in het Hoogheemraadschap van Delfland) voor de polder ‘De Berkel’. Het gemaal pompt het water van de aanvoertocht (polder) in de afvoertocht (Noordeindsevaart). Het gebouwtje diende als machinekamer. Ondanks het functionele karakter van het gemaal, is er veel zorg besteed aan de architectuur. Het eenvoudige rechthoekige volume is opgetrokken in gele baksteen, met gebruik van nieuwe materialen en een nieuwe vormentaal zoals de wit gecementeerde kaders om de vensters en vensters met glasstenen in beton, die kenmerkend zijn voor de Wederopbouwperiode. Het wapen van Berkel en Rodenrijs is opgenomen als mozaïek in de zijgevel.

Het gemaal is van belang als voorbeeld van de karakteristieke bouwkunst uit de Wederopbouw en van cultuurhistorisch belang als kenmerkend onderdeel van de waterhuishouding en van het polderlandschap van Lansingerland, in combinatie met de watergang waar het een ensemble mee vormt.

Deze boerderij is een van de oudste boerderijen van Lansingerland en is als te zien op een kaart uit 1675. Het kent een bijzondere bouwgeschiedenis met aanpassingen in de loop der eeuwen. De functie van tractorenmuseum in dit pand heeft toegevoegde  waarde voor de beleving van de agrarische geschiedenis. Sinds 1787 is de hoeve in handen van de familie Molenaar. In de Eerste Wereldoorlog moesten boeren hun land voor de helft gebruiken voor graanteelt omdat de aanvoer van graan uit Denemarken stopte. Molenaar kocht er land bij en bouwde in 1915 een paardenstal achter de schuur. De boerderij vormt een ensemble die uit meerdere gebouwen bestaat.

Aan de zuidzijde rechts van het erf ligt nog de oude perceel scheidende sloot uit de ontginningsperiode in het land dat niet uitgeveend is.

De bijnaam van deze boerderij is “Klokkewoning”. Dat kwam voort uit de klok die boven de ijzeren brug hangt.

Deze brug is de laatste ijzeren brug in Berkel en Rodenrijs. De L-vormige boerderij dateert uit 1852 en is gebouwd op én met de resten van zijn voorganger. De oude indeling met opkamers, niveauverschillen en bedsteden in de muur is nog aanwezig.

Oorspronkelijk was er een rijkdom aan betimmeringen en een negentiende-eeuwse schouw met tegeltableaus te bewonderen. Helaas zijn deze historische elementen verdwenen. Na een lange periode van verwaarlozing volgt nu eindelijk de restauratie van deze monumentale boerderij.

De Rodenrijseweg 54 vindt u op het overzichtskaartje onder nummer BR9.

Deze markante tuinderswoning, genaamd ‘Christophorus’, dateert uit 1901. Het bouwjaar is opgenomen in de gevelsteen en de schouderstukken. De woning is een goed voorbeeld van de eind negentiende- en vroeg twintigste-eeuwse eclectische architectuur. Door de directe ligging aan het water (de Rodenrijsevaart) en de rijk vormgegeven architectuur, trekt de woning de aandacht. Voorgevel met terugliggend linker deel en licht risalerende rechterdeel vestigt de aandacht op de topgevel. Veel zorg is besteed aan details zoals het siermetselwerk in de ontlastingsbogen, boogvelden en de topgevel, het glas-in-lood in de bovenlichten, de geprofileerde gootklossen en het sierstucwerk. De zijgevels zijn afgewerkt met blokstucwerk. Ondanks wijzigingen, is dit een vrij gaaf bewaard gebleven tuindersvilla die herinnert aan de bloei van de (glas)tuinbouw en bijbehorende villa’s langs het water. De ligging van het voormalige bedrijf met woning aan het water is kenmerkend voor het gebruik van de vaart voor de aanvoer en afvoer van producten.

Dit is de enige molen in Lansingerland waarvan de romp en de wieken nog bestaan.

De molen is inmiddels een rijksmonument en is in 1772 gebouwd om samen met de drie molens in de Westpolder en drie in de Noordpolder het water uit de drooggemaakte Noord- West-  en Zuidpolder van Berkel weg te pompen via de Zweth in de Schie. Op deze plek is nog steeds goed voor te stellen hoe groot de bedreiging van alle watervlaktes rondom Rotterdam geweest moet zijn.Molen de Valk

Onder de kap zijn de Berkelse molens te herkennen aan de kenmerkende halve bol en de twee driehoeken op elke kant.

De Molen de Valk, Molenaarswoning / schutsluis vindt u op het overzichtskaartje onder nummer BR10.

Molen de Valk
Molen de Valk

Dit voormalige schoolgebouw is in 1942 gebouwd als Gereformeerde lagere school (later Prins Johan Frisoschool), naar ontwerp van architect E. Reitsma aan de Julianastraat (vroeger Schoolstraat). In deze periode had iedere kerkelijke stroming nog een eigen school. De school is een karakteristiek voorbeeld van een traditionalistische architectuur.

Het pand is met respect voor de cultuurhistorische waarde verbouwd tot woningen en tandartspraktijk, waarbij de hoofdvorm vrij gaaf behouden is (hoofdentree gewijzigd). De structuur van een centrale gang met daaraan gelegen klaslokalen is bij de verbouwing verloren gegaan. Echter, de robuuste baksteenarchitectuur, het hoogopgaande pannendak, de karakteristieke schoorsteen en uitstekende muurdammen bepalen het beeld aan de Julianastraat in Berkel en Rodenrijs.

De stalen kozijnen met meerruits vensters met roedeverdeling onder betonnen lateien tonen het gebruik van moderne materialen in de tijd. Als voormalige school heeft het pand tevens een hoge cultuurhistorische waarde.

Plattegrond 1

BR1: Berkel Centrum
BR2: De Maalderij
BR3: Oranjewijk
BR4: Laan van Koot 5
BR5: Landscheiding Berkelseweg – Oostersingel
BR6: Gevelsteen
BR7: Dorpskerk en toegangshek Kerksingel 1
BR8: Noordeindseweg 61
BR9: Rodenrijseweg 54
BR10: Molen de Valk, Molenaarswoning / schutsluis

Plattegrond Monumenten Berkel en Rodenrijs

Plattegrond 2

BR6: Gevelsteen
BR8: Noordeindseweg 61

Plattegrond 3

BR4: Laan van Koot 5
BR10: Molen de Valk, Molenaarswoning / schutsluis

Plattegrond 3 monumenten Berkel en Rodenrijs