Verslag informatiebijeenkomst 30 oktober 2023

Op 30 oktober 2023 vond er een informatiebijeenkomst plaats over de asielopvang in Lansingerland. Hieronder lees u een verslag van deze bijeenkomst.

Datum: 30 oktober 2023
Locatie: raadzaal gemeente Lansingerland
Gesprekleider: Suzanne Bollen

1. Aftrap door gespreksleider

De gespreksleider om 19.00 uur: Beste mensen, welkom, in grote getalen, fijn dat u er bent. Fijn, dat u uw vrije tijd geeft om hier vanavond te zijn om te luisteren en vragen te stellen. Ik zou eerst graag wat mensen aan u willen voorstellen, dat zijn er maar liefst 11. Zij hebben allemaal een specifieke rol. Ik noem ze op alfabetische volgorde, dan heeft u wat gezichten bij de functies. Als degene die ik noem zijn of haar hand wil opsteken, dat is makkelijk.

Ad Usman, locatiemanager COA
Caroline Ubachs, woordvoerder COA
Daphne de Ruiter, projectleider maatschappelijke voorzieningen asielopvang gemeente Lansingerland
Félicie van Vree, locatiemanager COA
Grace Roelofs, senior woordvoerder communicatie gemeente Lansingerland
Kerstin Hes, teamleider Vluchtelingenwerk
Leon Hoek, wethouder gemeente Lansingerland
Margot van der Velden, communicatieadviseur gemeente Lansingerland
Matthijs Duiven, projectleider fysiek gemeente Lansingerland
René Segers Hoogendoorn, opgavemanager asielopvang gemeente Lansingerland
Sylvia Lassooy, wijkmanager gemeente Lansingerland

Dan rest mij te vertellen wie ik ben. Ik ben Suzanne Bollen. De gemeente Lansingerland heeft mij gevraagd om deze avond te leiden. Ik ben onafhankelijk zelfstandig gespreksleider, dus ik heb geen baat bij het één of ander, dat wil ik benadrukken.

We zijn met best een aardige groep, dan is het prettig als we dat respectvol doen vanavond en constructief, goed naar elkaar luisteren. Ik wil u graag de kans geven om alle vragen en opmerkingen te maken zolang ze betamelijk zijn, voor mij is er geen taboe. Als u een vraag of opmerking heeft, doet u dan uw hand omhoog als dat lukt of ga even staan, dan kom ik met de microfoon naar u toe. Ik probeer zoveel mogelijk mensen aan bod te laten komen.

Omdat het vanavond om u gaat, u, omwonenden, burgers, wil ik graag bij een paar mensen van u vragen waarom u vanavond gekomen bent.

Mag ik vragen waarom u zich heeft opgegeven?

Inwoner: Ik woon vlakbij de locatie. Ik kreeg de brief, dus ik ben geïnteresseerd in hoe het gaat worden en of we er wel of geen last van gaan krijgen.

De gespreksleider: Bent u specifiek in iets geïnteresseerd naast de vraag: krijgen we er wel of geen last van?

Inwoner: Nee, dat is de hoofdreden.

De gespreksleider: Mag ik aan u vragen waarom u hier vanavond naartoe bent gekomen?

Inwoner: Ik ben een nieuwe bewoner in de wijk, dus ik ben benieuwd hoe het gaat lopen met het traject. Geen specifieke vragen.

De gespreksleider: Wat brengt u hier?
Inwoner: Wij willen ons misschien inschrijven voor Wilderszijde. We waren benieuwd welke informatie we hier op kunnen halen, beetje algemeen eigenlijk. De gespreksleider: Jullie zijn mogelijk toekomstige bewoners? Inwoner: Mogelijk, ja.

De gespreksleider: Wat brengt u hier, meneer?

Inwoner: Ik ben algemeen geïnteresseerd in hoe wij, Lansingerland, omgaan met mensen die hier willen verblijven. Hoe het proces in zijn werk gaat, hoe men gehuisvest wordt, dat wil ik graag weten of meer over weten.

De gespreksleider: Iemand een andere reden? Die zegt: ik wil ook wel vertellen waarom ik hier op mijn vrije maandag ben gekomen? Nee? Het kan straks ook nog met vragen en suggesties, als u wilt.

Goed, ik wilde vertellen dat het gesprek vanavond wordt opgenomen. Het wordt alleen opgenomen om een verslag te kunnen maken, daarna worden de opnamen vernietigd. Het verslag komt op de site, als u wilt komt het verslag ook in uw mailbox als u uw mailadres heeft achtergelaten of dat alsnog gaat doen. Het verslag wordt zonder namen gepubliceerd. Als u een vraag stelt en u stelt zich voor, dan komt uw naam niet in het verslag te staan.

Er is iemand van de pers aanwezig, een verslaggever van Hart van Lansingerland. Zij zal een paar foto’s nemen. Als u daar niet op wilt staan, is het handig om dat even aan te geven. Wie wil er pertinent niet op een eventuele foto? Dat zijn een paar mensen. Is dat werkbaar voor u? U ziet het als zij foto’s maakt, dan moet u maar even naar beneden kijken, dat lijkt me de handigste manier.

Wat gaan we doen vanavond? Ik loop er snel even doorheen met u. Als eerste komt de wethouder Leon Hoek aan het woord. Vervolgens de opgavemanager René Segers-Hoogendoorn, die gaat u het één en ander vertellen. Als derde presentatie vanuit het COA, Félicie van Vree. Mijn vraag aan u is om uw vragen te bewaren. Als u een vraag heeft over de presentaties, kunt u die naderhand stellen. Eerst komt de wethouder, dan meneer Segers, dan mevrouw Van Vree, daarna zijn alle vragen en opmerkingen mogelijk. U kunt ze onthouden, in uw telefoon zetten of, er liggen notitieblokken en pennen, u kunt uw vraag even opschrijven. Om kwart over acht gaan we napraten in de raadsfoyer. U kunt dan vragen stellen over Bouw en Inrichting van het gebied en over Opvang en Begeleiding. Ik hoop dat dit een helder programma is. Heeft iemand daar vragen over?

Inwoner: Ik vroeg me af of iedereen zo’n uitnodigingsbrief heeft gehad, door heel Lansingerland.

René Segers: Er is vanuit de plek waar het komt een cirkel getrokken, denkbeeldig, met ongeveer 600 adressen. Die hebben rechtstreeks de brief ontvangen. Verder is er aandacht aan besteed op de social media kanalen, in de media in zijn algemeenheid en op de website. Dus iedereen is uitgenodigd. Degenen die het echt in hun brievenbus hebben gehad is een straal, het eerste deel van de Boterdorpseweg wel, maar niet de hele wijk.

2. Interview door gespreksleider met wethouder Leon Hoek

De gespreksleider: Dan is het fijn als u erbij komt, wethouder, dan geef ik u ook een microfoon. Ik ben heel benieuwd, uiteraard de mensen hier ook wel, mensen die het niet zo goed weten: hoe is het nou eigenlijk allemaal gelopen sinds mei?

Wethouder Hoek: Laat ik eerst iedereen heel hartelijk welkom heten. Bedankt voor uw komst en betrokkenheid, dat waarderen wij zeer. Zonder u kunnen wij het ook niet, dus daarvoor dank. Hoe is het allemaal gekomen? Begin mei heeft het college het besluit genomen om hier een opvang te realiseren, een noodopvangvoorziening, wat niet hetzelfde is als een asielzoekerscentrum, een noodopvangvoorziening. Aanvankelijk had het college het idee, dat dat met 300 mensen zou kunnen. In de tussentijd heeft de gemeenteraad daar ook iets van gevonden. De gemeenteraad heeft gezegd: 300 is misschien wel wat veel voor een eerste keer. Willen jullie kijken of het niet wat kleinschaliger kan? Op basis daarvan hebben we met elkaar besloten om een noodopvangvoorziening te realiseren voor 200 mensen.

De gespreksleider: U zegt: het is niet hetzelfde als een asielzoekerscentrum. Wat is het verschil?

Wethouder Hoek: Een noodopvang zit hem in de tijdelijkheid. Dit is een tijdelijke voorziening, die tot medio 2026 hier zal staan. Daarna gaat er hier volop gebouwd worden, dan wordt deze locatie uiteindelijk vol gebouwd met huizen. Dat is een soort stok achter de deur, want uiteindelijk moeten op die locatie huizen gerealiseerd worden.

De gespreksleider: Dus als je in maart zou willen starten volgend jaar en dan tot 2026, dat is een jaar of 2 of 3. Moet ik daaraan denken?

Wethouder Hoek: Ja, dat klopt helemaal. Het is inderdaad de bedoeling dat we maart volgend jaar hopen, dat we de deuren kunnen openen. 

De gespreksleider: Wie komen er dan? Wat is de doelgroep?

Wethouder Hoek: De doelgroep is heel verschillend. We weten natuurlijk niet wat er in Ter Apel aan de deur klopt, dat kunnen allerlei mensen zijn. Het COA heeft wel aangegeven, dat ze een zo evenwichtig mogelijke samenstelling van het aantal mensen wil. Niet alleen alleenstaande mannen, maar ook gezinnen, jongeren, dus echt een mix van de bevolking, die hier komt. Dus een evenwichtige samenstelling.

De gespreksleider: Ik had begrepen, dat daar geen AMV’ers (Alleenstaande minderjarige vreemdelingen) bij zijn, kinderen/jongeren onder de 18 jaar. Heb ik dat goed begrepen?

Wethouder Hoek: Op dit moment niet, klopt.

De gespreksleider: Waarom gaat de gemeente Lansingerland deze mensen opvangen? Er is natuurlijk nog geen wet voor, waarom nemen jullie deze stap, waarom hebben jullie dit besloten?

Wethouder Hoek: Wij hebben het besloten omdat die wet er misschien wel komt, wij het erg belangrijk vinden om dan toch eigen regie te hebben. We hebben wel de stap gezet om in ieder geval een stap naar voren te maken, zodat we wel eigen regie hebben en nog kunnen bepalen waar en hoe en met hoeveel in plaats van dat het je straks opgelegd wordt en in feite het COA min of meer bepaalt hoe of wat.

De gesprekleider: U zegt: op deze manier hebben wij de regie, kunnen wij meer mee bepalen wat wij wenselijk vinden in plaats van dat we wachten op de spreidingswet, want dan rolt het over ons heen.

Wethouder Hoek: En, dat moet ik wel zeggen, we zien het ook als een maatschappelijke verantwoordelijkheid. Het kan niet zo zijn, dat heel veel mensen in Ter Apel binnen komen, u ziet het journaal de afgelopen dagen met name, dat iedereen zijn hart vast houdt of we deze mensen wel kunnen plaatsen. Ik denk dat het een mooi gebaar is van de gemeente Lansingerland om maatschappelijke verantwoordelijkheid te pakken. Wij willen daar invulling aan geven, wij willen onze verantwoordelijkheid nemen en ook deze mensen onderdeel maken van onze samenleving.

De gespreksleider: Is het een verduidelijkende vraag, anders wachten we met de vragen tot na de presentaties. Wat is een AMV? Alleenstaande minderjarige vreemdeling, die groep komt hier dus niet, als ik het goed begrepen heb. Goed, volgens mij is het voor dit moment heel duidelijk wat u vertelde. Misschien komen er later nog vragen. Dan wil ik graag René Segers Hoogendoorn vragen, de opgavemanager. Hij gaat een korte presentatie verzorgen.

3. Presentatie projectleider René Segers

René Segers Hoogendoorn: Dank. Ik wil u in een paar slides in zijn algemeenheid uitleggen waar we het hier vanavond over hebben en hoe de besluitvorming, zoals wethouder Hoek dat net zei, is gelopen. Allereerst dit plaatje om even de doelgroepen uit elkaar te houden, want vaak worden allerlei termen door elkaar heen gebruikt. Deze gemeente Lansingerland is bijvoorbeeld ook een gemeente die Oekraïense vluchtelingen opvangt, dat is een aparte groep. Hier de grootste 4 gemene delers. Als je statushouder bent, ben je een vluchteling geweest, althans, dan heb je asiel aangevraagd en dan is jouw asielaanvraag gehonoreerd, dan krijg je een status. In Nederland betekent dat, dat je aan een gemeente in het land gekoppeld wordt. Dat kan dus ook een gemeente zijn, die heel ergens anders in het land ligt dan waar jij je vluchtelingenopvang, je asielopvang hebt gehad. Als je een status krijgt, krijg je in een gemeente een plek en dan moet die gemeente woonruimte voor je regelen. Dat zijn statushouders, die wonen zelfstandig in de gemeente waaraan ze gekoppeld zijn. Oekraïners zijn vluchtelingen, want ze vluchten voor oorlogsgeweld, maar dat is wel een aparte groep in het hele bestel van vluchtelingen en worden ontheemden genoemd. Voor Oekraïners gelden andere dingen, zoals dat als je als Nederlandse gemeente zegt: ik wil langdurig Oekraïense vluchtelingen opvangen. Dan moet je die mensen op een locatie kunnen opvangen die je minimaal 10 jaar kunt garanderen. Dat geldt voor Oekraïense vluchtelingen. Spoedzoekers is een grote groep van mensen die met spoed woonruimte nodig hebben. Dan moet u denken aan mensen die bijvoorbeeld te maken hebben met huiselijk geweld en daardoor met spoed een woning zoeken. Ook heeft de gemeente een opdracht om daarvoor woonruimte te regelen.

Waar we het vanavond over hebben, zijn asielzoekers. Iedereen, ieder mens op de wereld heeft het recht om in dit land asiel aan te vragen. Met die asielaanvraag wordt dan vervolgens gekeken of je inderdaad met recht die aanvraag doet en eventueel statushouder kan worden. Over die mensen hebben we het. Dat zijn mensen die voor een deel een status zullen gaan krijgen, maar voor een deel ook terug zullen moeten naar land van herkomst.

Ik heb daar spreidingswet onder gezet, want daar gaat de spreidingswet over, als die er komt. Hij is al een tijdje klaar, maar politiek is er nogal wat over te doen, ondertussen is het kabinet gevallen. Gaat de Tweede Kamer er nou wel of niet over? De Tweede Kamer heeft ondertussen besloten dat ze vinden dat die wet, ook al is er nu een demissionaire regering, toch door moet gaan in de besluitvorming, omdat de crisis zo groot is. De Eerste Kamer heeft recent de uitspraak gedaan: we weten niet zeker of de Tweede Kamer daar een goed besluit in heeft genomen, het moet toch een wet zijn die je pas gaat behandelen als er een nieuwe regering is. Daar wordt binnenkort in de Eerste Kamer over gestemd. Dat is de stand van zaken van de spreidingswet. Die spreidingswet is wel van belang om in de context van vanavond mee te nemen. De wethouder zei het al: begin dit jaar is er begonnen met praten over: gaan we hier in Lansingerland wel of geen asielopvang doen? Dat is onder andere gebeurd door 2 beeldvormende avonden met de gemeenteraad, die waren openbaar toegankelijk, zijn opgenomen en kunt u allemaal terugkijken. Het college van Lansingerland vond: of er nou een wet is of niet, er is wel een crisis, mensen slapen op straat in Ter Apel. Om het even heel beeldend te maken. Als die wet er komt, vanaf het moment dat die van kracht wordt heeft iedere gemeente in Nederland een X-aantal vluchtelingen op te vangen, wettelijk verplicht. Kun je niet beter als gemeente, als je toch weet dat dat een feit gaat worden en die mensen al op straat zijn, kun je dan niet beter al die stap vooruit zetten als gemeente en je verantwoordelijkheid pakken? Dat was wat de wethouder net zei. Dat is in het kader van de spreidingswet het uitgangspunt geweest van dit hele verhaal.

We hadden het net over doelgroepen. In principe weet het COA ook niet wie er morgen aan de deur klopt om asiel aan te vragen, wat dat betreft is de doelgroep divers. Over het algemeen is de grootste groep instroom Syrische vluchtelingen en Eritrese vluchtelingen. Maar u kunt zich mogelijkerwijs ook voorstellen met een conflict tussen Israël en Palestina, dat daar mogelijkerwijs ook vluchtelingenstromen op gang komen. Zo kunt u dat van iedere brandhaard in de wereld verwachten, dat daar ook vluchtelingen uit voort komen.

Het aantal, daar ging het al over. De gemeenteraad heeft besloten: 200 is het maximum. Daar hoort wel bij, dat weet de gemeenteraad ook, daar zijn we heel duidelijk in geweest, stel, er zou morgen een spreidingswet van kracht zijn, dan is de verwachting dat de rekensom voor Lansingerland zal betekenen, dat Lansingerland iets meer dan 300 vluchtelingen zal moeten opvangen. Dat is nu de stand van zaken. Op de locatie waar we het vanavond over hebben, is het ruimtelijk gezien mogelijk om er nog een gebouw bij te plaatsen en naar 300 te gaan. Maar de gemeenteraad heeft gezegd: 200 is de max, de spreidingswet is er nog niet, als die er is, hebben we het er weer opnieuw over met elkaar.

Om dit te realiseren werken we met veel partners samen. Dat is in de eerste plaats natuurlijk het COA. Het COA gaat straks ook het gebouw neerzetten en zal het gebouw ook bestieren. Zij zullen de begeleiding verzorgen en de inhoud. Als gemeente blijven we wel heel nauw betrokken, want er is natuurlijk zorg nodig, je moet met veiligheid wat regelen, je wil met mensen in gesprek, dat ze op een goede manier kunnen landen, werk en vrijwilligerswerk. Dus we werken met een hele hoop partners samen, met onder andere het hele zorglandschap. We zijn in gesprek met RET als het gaat over openbaar vervoer, de scholen in de omgeving enzovoorts.

We hebben al een heleboel gedaan. De planning is ongeveer, we zijn nu bezig naar een start van de vergunningverlening toewerken. Het COA is bezig om alle stukken die er moeten zijn, tekeningen, je moet de grond gecheckt hebben, hoe kan de bouw plaats vinden, alles moet uitgezocht worden. Dan heb je al die stukken bij elkaar, daarmee kan je bij de gemeente een vergunning aanvragen, dan start het vergunningstraject en kijkt de gemeente: kan het allemaal wel. Daar zit ook een periode van ter inzage legging bij, zodat iedereen er iets van kan vinden, van het eventueel verlenen van een vergunning om hier een opvangvoorziening neer te zetten. We zitten nu in die fase. Nog steeds denk ik dat het realistisch is om te zeggen dat we in het eerste kwartaal van 2024 kunnen starten met de bouw en waarschijnlijk ook in het eerste kwartaal van 2024, mogelijk iets later, de deuren kunnen openen. Het hangt natuurlijk van een hele hoop factoren af.

Wanneer sluit deze locatie? Wij sluiten gewoon 100% aan op de ontwikkeling van de wijk Wilderszijde. Dat betekent formeel gezien, de grond waar we het over hebben, de kavel is nu eigendom van de gemeente, maar er is een samenwerkingsovereenkomst getekend met de ontwikkelaars van de wijk Wilderszijde en daarin staat, daar zijn we dus ook aan gehouden: zodra de ontwikkelaars hier aanbeland zijn met het ontwikkelen van de wijk, is de grond direct opeisbaar door de ontwikkelaar. Dan moet de gemeente de grond dus afstaan. Dat is de vanzelfsprekende en formele tijdelijkheid, die erin zit. De gemeente gaat ervan uit, de planning is nu dat het ongeveer zomer 2026 zal zijn. Maar u weet ook, bouw, het kan sneller gaan, het kan langzamer gaan, maar dat is nu de gedachte voor de duur.

Ik ga nu iets meer over de locatie laten zien. De rode cirkel, daar gaat het om. U ziet bij dat andere rode puntje, waar we de Tobias Asserlaan hebben ingetekend, dat is eigenlijk de parkeerplaats van het gemeentehuis, waar u nu bent. Het is de kavel direct hier achter het gemeentehuis, dan niet helemaal aansluitend aan de sloot, die daar ligt, maar ongeveer op het midden van de kavel, daar komt de locatie. U ziet bij de Tobias Asserlaan, voordat je de bocht maakt, daar ziet u die zwarte locatie, dat is het schoolgebouw, dat er nu is. Hier is nu de huidige crisisnoodopvang, die containers die op elkaar gestapeld zijn, waar nu ongeveer 50 vluchtelingen zitten. Dat is hier. Die vluchtelingen zullen de eerste mensen zijn, die zullen inhuizen op de nieuwe locatie. Het is niet zo dat er een locatie wordt gecreëerd voor 200 mensen en dat de 50, die er nu al zijn, er bovenop komen. Nee, die maken daar onderdeel van uit. Die locatie zal afgestoten worden. Die had al weg gemoeten, want het is een crisis noodopvang, die er maar voor een paar maanden hoort te staan, maar ondertussen staat het er al meer dan een jaar.

Dit is een tekening, maar dat kunt u in de raadsfoyer beter zien. Die gele dingen zijn de gebouwen die gebouwd worden. U moet niet denken aan containerbouw, zoals nu het zwarte gebouw dat er staat. Het wordt echt wel iets meer dan containers. U moet meer denken aan flexbouw. Het zijn wel rechthoekige woonunits, op elkaar gestapeld en maximaal 2 hoog. Je kan niet verder de hoogte in, 2 hoog, want dat is beter inpasbaar in de buurt. Deze gele vlakken zullen max 2 hoog gebouwen worden. Dit deel wordt in eerste instantie niet gebouwd, want dat zou de mogelijke uitbreiding zijn, die al ruimtelijk mogelijk is als je naar 300 zou gaan.

Dan nog even over de inpassing, de maatschappelijke inpassing, even heel breed. Uiteraard, als er schoolgaande kinderen bij zijn, moet je onderwijs verzorgen. Het gaat zowel over basisonderwijs als voortgezet onderwijs. Daar hebben we nu gesprekken over met de dichtstbijzijnde scholen. Het zou nog steeds kunnen zijn, dat er ook tijdelijk een schoolgebouw op deze kavel gebouwd wordt, in principe is dat voorzien. Dat zouden de basisschoolgebouwen zijn, die uiteindelijk naar een definitieve locatie gaan in de wijk Wilderszijde als die wijk helemaal is gebouwd. Het zou kunnen dat onderwijs- of schoolgebouwen heel dichtbij zijn. Mocht dat niet zo zijn, dan hebben we afspraken met scholen in de buurt, dat daar schoolgaande kinderen naartoe kunnen.

Eerstelijns zorg is op de locatie, het COA heeft afspraken met zorgverleners, zodat er op de locatie al zorg is. Maar je hebt natuurlijk ook contact met de huisartsen, die weten: er komen 200 mensen hier wonen. Huisartsen en tandartsen zijn daarvan op de hoogte, daar hebben we contact over.

Werk, het is iets versoepeld als het gaat over werk, voor vluchtelingen om te werken. Mensen kunnen al wat eerder gaan werken dan voorheen. We gaan ook zo goed mogelijk ons best doen om mensen goed te laten landen, dus ook meteen met mensen in gesprek te gaan over: waar kan je werken. Vrije tijd, vrijwilligerswerk, maar er zijn ook activiteiten op de locatie. Aan dit soort dingen moet u denken als het gaat over de maatschappelijke inpassing. De gemeente werkt samen met het COA.

Rest mij nog te zeggen: er wordt nog een klankbordgroep ingericht door het COA en de gemeente samen. Dat betekent dat we omwonenden, maar ook bedrijven in de buurt, de scholen uitnodigen: als u wilt meepraten, meedenken, vanaf nu al over de ontwikkeling, maar ook als de locatie eenmaal draaiende is, dan bent u van harte welkom in de klankbordgroep. Dat mag u vanavond ook al laten weten. Als u denkt: daar wil ik in. We hebben geen maximum op het aantal deelnemers, we willen beginnen met de mensen die graag meedenken en meepraten. Schrijf dat op een briefje, dat kunt u bij Daphne de Ruiter kwijt straks. Als u dat wenst, nemen wij contact met u op, dan kunt u meepraten en meedenken. Dank u wel.

De gespreksleider: Goed gedaan, veel informatie verstrekt in korte tijd.

4. Introductie COA

De gespreksleider: Dan is het woord aan mevrouw Félicie van Vree, locatiemanager van COA.

Félicie van Vree: Ik wil heel graag wat vertellen over de werkwijze van het COA en wat we hier op deze te realiseren locatie zouden kunnen doen en waar u hopelijk in de klankbordgroep over mee gaat denken, want dat stellen we zeer op prijs. Het COA vangt asielzoekers op, iedereen die hier aankomt gaat naar Ter Apel om zich aan te melden en vervolgens worden mensen in een asielzoekerscentrum, een noodopvang of een crisisnoodopvang gehuisvest. Een asielzoekerscentrum heeft verreweg de beste faciliteiten en is gericht op meerdere jaren goede opvang te bieden. Bij noodopvang en crisisnoodopvang is dat allemaal voor een wat kortere duur. Hier is een crisisnoodopvang aan de Tobias Asserlaan, dat is inmiddels noodopvang geworden. Wat hier gerealiseerd gaat worden, is ook noodopvang, voor ongeveer 2 jaar.

Als mensen hier asiel aanvragen, kan dat worden gehonoreerd of niet, dat is een heel eenvoudige keuze. Vervolgens krijgen mensen, als ze hier mogen blijven, een status en moeten ze wachten tot de gemeente, waaraan ze gekoppeld worden, een huis aan hen aanbiedt. In de opvang zitten mensen die asiel aangevraagd hebben en nog in de procedure zitten en mensen die al een status hebben en wachten op een huis. Dus er zijn verschillende groepen, die een verschillende soort begeleiding vragen, dat kunt u zich misschien voorstellen. Dit is allemaal niet heel boeiend voor deze opvang, maar dan weet u een beetje de achtergrond.

Wat doen wij als COA? Wij zijn een uitvoeringsorganisatie in opdracht van Justitie en Veiligheid en het ministerie van Sociale Zaken. Wij vangen asielzoekers op en begeleiden hen op weg naar zelfstandig leven in Nederland, als zij hier mogen blijven, of op weg naar terugkeer als zij hier niet mogen blijven. Dat doen we vanaf dat ze de aanvraag voor asiel hebben ingediend tot het moment dat ze vertrekken uit Nederland of een verblijfsvergunning en een huis hebben. Dat hoeven we gelukkig niet allemaal alleen te doen, want we hebben heel veel ketenpartners onder andere Vluchtelingenwerk Nederland, die ook straks hier op de locatie zijn werk zal gaan doen. Ook de GZA, gezondheidszorg voor asielzoekers. Dat zijn artsen en verpleegkundigen, die de medische zorg bieden die nodig is, maar ook in het proces van de asielaanvraag. Op www.coa.nl kunt u hier alles over lezen, mocht u dit interessant vinden. Natuurlijk ook een heel belangrijke rol is weggelegd voor de gemeente en de gemeentelijke afdelingen. Nu de realisatie, maar ook straks het welzijnswerk, het contact met de scholen. Het COA kan en wil dit absoluut niet alleen.

Op deze locatie zullen vanaf april volgend jaar 200 mensen komen wonen. Dat zullen mensen zijn, die uit verschillende landen zijn gevlucht, verschillende leeftijden. Dat zie je ook op alle opvanglocaties, het is een gemêleerde groep mensen die hier aankomt. Het zijn mensen met kinderen, mensen alleen waarna gezinshereniging kan worden aangevraagd, het zijn stellen, een heel divers gezelschap. Ons is er alles aan gelegen, eigenlijk voor iedereen, om op een opvanglocatie een zo goed mogelijk samengestelde groep mensen te hebben. Er zijn soms locaties waar heel veel alleenstaande mannen zitten, omdat dat een groep is die veel gemeenten liever buiten de deur houden. Dat is voor niemand ideaal. Een goede gemixte groep met alleenstaanden, stellen, gezinnen is eigenlijk voor iedereen het fijnst, want het is in ieders belang dat op een locatie het heel goed leefbaar is. Onze uitdaging als COA met alle partners is om een leefbare locatie te maken, waar iedereen binnen de grenzen en binnen de mogelijkheden het zo goed mogelijk is, dat je fijn kan leven. Als je de plannen ziet, hoop ik dat u het met mij eens bent, dat hier een heel mooie locatie wordt gerealiseerd. Het is ruim opgezet, er is veel ruimte waar mensen buiten kunnen zijn. Mensen kunnen hier zelf koken. Dat klinkt heel simpel, maar dat is ontzettend belangrijk. Bij de crisisnoodopvang hebben we dat vaak niet, dan krijgen mensen hun eten vanuit de catering. Soms moet je zelfs iedere avond je maaltijd opwarmen. Zelf koken is super belangrijk. Je eigen boodschappen doen, met je eigen gezin of vrienden aan tafel zitten, dus daar ben ik heel blij mee als ik deze plannen zie. Er is ook heel veel recreatieruimte, er is een kinderspeelzaal, het ziet eruit als een hele fijne plek, relatief gezien, denk ik.

De faciliteiten op deze locatie. Er zijn slaapkamers, er zijn sanitaire ruimten, er zijn keukens, er is een dienstencentrum voor onze partners, voor GZA, voor Vluchtelingenwerk Nederland, er is een recreatieruimte, maar het voorziet ook in een hele grote buitenruimte, er is een kinderspeelzaal. U kunt het straks allemaal zien, het is best goed ingericht.

Wat gaan wij daar doen? Het COA gaat de mensen, die hier wonen begeleiden. Begeleiden op weg naar zelfstandigheid en begeleiden op weg naar een plek in de samenleving in Nederland, als zij hier mogen blijven of als het ernaar uitziet dat ze hier mogen blijven. Dat doen we door hen te begeleiden, maar ook stuk zelfstandigheid en eigen regie te geven. We willen dat mensen zelf de dingen ondernemen, dat zij zelf gaan naar waar ze naartoe moeten, ze worden het liefst niet met busjes naar de dokter of naar school gebracht. Mensen moeten hier zelf hun leven gaan opbouwen, daarin ondersteunen we ze. We hebben een team van verschillende soorten medewerkers, woonbegeleiders, die op de locatie de opvang regelen, die mensen helpen om zichzelf te redden in Nederland. En Nederland is een heel ingewikkeld land, dat zult u zelf ongetwijfeld ook regelmatig ervaren. Kunt u zich voorstellen, als je de taal niet spreekt en uit een heel andere cultuur komt, hoe ingewikkeld het is om allerlei zaken hier te regelen. Daar hebben we woonbegeleiders voor en programmabegeleiders, die daarbij kunnen helpen. We hebben casemanagers, dat zijn mensen die meekijken: wat voor werk zou je kunnen doen, wat heb je gedaan in het land waar je vandaan komt, wat voor school heb je daar gehad, wat voor opleiding heb je daar gehad, wat voor werk heb je daar gedaan? Dan samen met zo’n persoon onderzoeken wat je hier zou kunnen doen en wat je daarvoor nodig hebt.

We hebben natuurlijk een huismeester, die zorgt dat het allemaal netjes op orde is. En we hebben op locatie ook NT2-docenten, die zorgen dat de mensen Nederlands gaan leren spreken, wat natuurlijk ontzettend belangrijk is als je hier wil inburgeren en participeren. En er is op elke locatie een locatiemanager, die ervoor zorgt dat het allemaal picobello verloopt. Kortom, een heel team, mensen met verschillende expertise, die de bewoners helpt om op eigen benen te staan en hier een goede plek te vinden.

Bewoners, die hier zitten, mogen gaan en staan waar ze willen. Iedereen mag heen waar hij wil, er zit geen hek omheen. Soms zit er een hek om een AZC of om een opvang, dat is omdat dat het veiliger maakt voor de mensen binnen en mensen buiten en de sloten die aan de achterkant zijn. Maar iedereen mag gaan en staan waar ze willen. Mensen die in de opvang zitten, moeten 1 keer per week zich melden, want we willen wel graag weten, zeker weten dat mensen er nog zijn en dat we ze kunnen traceren. Op het moment dat je dan hopelijk een woning aangeboden krijgt, dat we dat ook kunnen vertellen en kunnen helpen om dat verder te regelen.

Het COA is verantwoordelijk voor de veiligheid op de locatie. We hebben daar 24 uur per dag professionele bewaking, dat zijn mensen die heel goed opletten of alles loopt zoals het moet lopen en ook zorgen dat het voor iedereen veilig is om er te zijn. Er zijn iedere dag mensen van het COA aanwezig, misschien niet dag en nacht, maar de beveiliging is er wel dag en nacht. Dat zijn heel belangrijke samenwerkingspartners voor ons. Het is ook wel heel fijn, dat er altijd een aanspreekpunt is op de locatie. Op het moment dat er dan dingen gebeuren, dan kunnen zij actie ondernemen. Als er echt incidenten zijn, iets ernstigs gebeurt, dan wordt gelijk de politie, brandweer of ziekenauto gebeld. Dat komt gelukkig niet heel vaak voor. Verder werken we heel goed samen met de beveiliging, maar ook met de politie, de wijkagent. Er is regelmatig overleg over hoe het verloopt op een locatie. Zoals overal is de burgemeester, de politie verantwoordelijk voor de openbare orde. Dat zijn wij niet als COA, alleen in het stukje van onze eigen opvang. Maar nogmaals, in zijn algemeenheid is er veelvuldig overleg met deze organisaties onderling.

Asielzoekers willen heel graag werken. Helaas zijn de regels nog niet zo soepel dat iedereen gelijk volledig aan de slag mag, maar we proberen mensen toch zoveel mogelijk te helpen om snel iets te gaan doen, dus of betaald werk of vrijwilligerswerk. Dat doen we heel graag samen met de mensen in de buurt en in het dorp of in de stad waar de opvanglocatie is. Wij moeten ook plekken vinden en er is vaak behoefte aan vrijwilligers, het kan allebei de kanten op. Er zijn vrijwilligers die bij het opvangcentrum komen werken en er zijn bewoners die in het dorp vrijwilligerswerk gaan doen. Als mensen eenmaal een status hebben, mogen ze gewoon werken in Nederland. Als ze dat nog niet hebben, mogen ze een half jaar werken. In veel AZC’s hebben we een zogenaamde meedoen-balie, dat is een concept waar bewoners naartoe kunnen en zeggen: ik wil nu gaan werken, vrijwilligerswerk of betaald werk. Dan is er een bepaald traject waarbij mensen begeleid worden. Dat zullen we hier ook gaan uitrollen.

Verder krijgen mensen persoonlijke begeleiding, Nederlandse les, we gaan activiteiten organiseren rondom sport en bewegen. De kinderen die leerplichtig zijn proberen we zo snel mogelijk op een school te krijgen samen met de gemeente, dus het is super fijn dat die gesprekken er al zijn. We hopen dat de kinderen snel een plek krijgen. Voor de middelbare school, als het gaat om taalklassen, zal dat waarschijnlijk in Rotterdam zijn, maar ook daar hebben we goede contacten en zijn er vanuit het project ook al heel goede contacten. We proberen de mensen hier een goede tijd te bezorgen en als het mogelijk is activiteiten te organiseren op locatie of met de buurt of het dorp. Nogmaals de uitnodiging aan u om deel te nemen aan de klankbordgroep, ik hoop u daar dan de komende periode te zien. Dank u wel voor uw aandacht.

De gespreksleider: Ik ben even heel benieuwd, wie wist dat er hier al meer dan een jaar een noodopvang zit, die de Tobias heet, wilt u uw hand omhoog doen. Oh, dat is een heel aantal mensen, die dat weet.

5. Vragen vanuit de zaal

De gespreksleider: Er zijn vast vragen of opmerkingen vanuit u. Als u gaat staat of uw hand omhoog doet, dan kom ik naar u toe. Ik probeer zoveel mogelijk verschillende mensen aan bod te laten komen. Als u uw naam zou willen noemen en aan wie u uw vraag zou willen stellen, aan wethouder Hoek, aan opgavemanager Segers-Hoogendoorn of aan locatiemanager Van Vree. Wie mag ik het woord geven?

Inwoner: Een vraag aan meneer Segers. Hij vertelde dat het 2 verdiepingen wordt. Het zijn geen containers, maar ik wil wat meer weten, hoe het er dan uit gaat zien. Nu de noodopvang, dat zijn zwarte dozen, dat is voor het landschap niet zo fraai. Ik ben erg benieuwd.

De heer Segers: We weten de kleur nog niet, dat checkte ik net even. Het beste kan ik zeggen, niet dat ik verwacht dat u naar Gouda gaat, maar in Gouda staat een locatie die heel erg gaat lijken op deze locatie, mocht u daar in de buurt zijn. Het zijn echt geen containers, dat kan je ook heel duidelijk zien. Het is flexbouw. Het zijn rechthoekige, dezelfde afmetingen elementen, die op elkaar worden gezet. Ze zien er een beetje uit als een woonerf, in het midden is ruimte, er zijn trappen aan de buitenkant, elke wooneenheid heeft een deur, er wordt groen aangelegd. Dat is wat ik ervan kan zeggen, maar ik weet nog niet de kleur. Wat ik wel kan doen, dat heeft bijvoorbeeld te maken met de hoogte, de wijk Wilderszijde heeft een look and feel, daar moet het zoveel mogelijk in passen. We proberen ook groen aan te brengen aan de buitenkant, zodat het echt past in de omgeving. Dat is wat ik er nu van kan zeggen, maar ik weet de kleur van de elementen nog niet.

De gespreksleider: En mocht ik nou niet de kans hebben om naar Gouda te gaan, zijn er dan misschien afbeeldingen van?

De heer Segers: Wat we zouden kunnen doen in samenwerking met de locatiemanager in Gouda, dat we voor zolang we nog niet weten hoe het er hier uit gaat zien, bijvoorbeeld een aantal foto’s van die locatie op de website, zodat u er niet heen hoeft. Ad Usman (COA) heeft ook foto’s bij zich, dus als u hem straks opzoekt in de raadsfoyer.

De gespreksleider: Ad Usman, de locatiemanager van het COA komt hier te staan vanaf 20.15 uur. U heeft foto’s bij u, mooi. (Bekijk de foto’s)

Inwoner: Ik heb een vraag aan meneer Hoek. Wie behoedt ons voor de taferelen, die bij Ter Apel plaatsvinden?

Wethouder Hoek: Zoals René al uitgelegd heeft, er is rekening mee gehouden dat het een gemêleerde groep wordt. Er is beveiliging, een kort lijntje met de politie. In Ter Apel is het wel een aparte situatie, omdat daar veel meer mensen zijn dan waar die locatie op bedacht is. Dat betekent dat je wat meer irritatie hebt en dat de spanningen op kunnen lopen. Dat is hier niet de bedoeling. Hier zit een club mensen, 200, waarbij het wel zo is dat er regelmatig gerouleerd wordt, want mensen stromen ook uit. Maar de verwachting en ervaring is, bijvoorbeeld in Gouda, dat het met de problemen ontzettend meevalt. Ja, wanneer er zich problemen voordoen, dan ben ik het met een ieder eens, dat we dat zo snel mogelijk moeten tackelen met de mensen die er werken, van het COA, de beveiliging, de gemeente wellicht, maar het er is ons alles aan gelegen om ook de bewoners van Bergschenhoek een positieve ervaring te bezorgen met betrekking tot de gemeenschap die hier komt te zitten. Je kan nooit helemaal uitsluiten dat er niet iets gebeurt, maar dat geldt hetzelfde voor onze eigen bevolking, daar gebeurt ook weleens wat. We proberen met elkaar om de mogelijke uitdagingen die dat met zich meebrengt in ieder geval zo klein mogelijk te houden.

De gespreksleider: Dus wie behoedt ons? Ik hoor u zeggen: het COA en de gemeente.

De heer Segers: Een groot verschil met Ter Apel is dat Ter Apel een aanmeldcentrum is, daar komen de mensen binnen in Nederland. Daar kan je als COA, zeker in tijden van een crisis, er is te weinig opvang, minder makkelijk het aantal mensen managen. Hier hebben we gewoon straks een locatie waar 200 mensen kunnen en niet meer. Dat soort taferelen krijg je om die reden bij noodopvangvoorzieningen niet, want het is geen aanmeldcentrum.

Inwoner: Ik ben toekomstig bewoonster van Wilderszijde. Ik heb een dochter van 10, zij moet op dat hele mooie fietspad langs het asielzoekerscentrum in haar eentje naar school. Er wordt gezegd: we hopen dat er niets gebeurt. Misschien kan de gemeente ervoor zorgen, dat er andere aanfietsroutes komen zo snel mogelijk binnen de wijk, zodat mijn kind daar niet langs hoeft. Het geeft mij geen fijn gevoel. Andere aanfietsroutes, om dingen voor te zijn, om te tackelen. Het is geen Ter Apel, maar er komt wel een heel gemêleerd gezelschap. Er komen geen hekken omheen, krijg ik net te horen, dus ja, ik zou zeggen: beter voorkomen dan genezen. 

De gespreksleider: U vraagt om andere aanfietsroutes. U zegt: ik heb geen fijn gevoel, beter voorkomen dan genezen.

Mevrouw Van Vree: Ik ga gelukkig niet over aanfietsroutes. Ik denk, laat ik het zo zeggen, het feit dat mensen uit een ander land gevlucht zijn en vreemdeling zijn in Nederland, zegt niet iets over de mate waarin de situatie gevaarlijk wordt, denk ik. Het zijn mensen die om allerlei redenen weg moesten uit hun land. Ze zijn niet hierheen gekomen om een gevaar te zijn voor de Nederlandse bevolking. Daarbij, wat ik net zei, we hebben op het terrein 24 uur per dag bewaking. Die bewaking is er voor iedereen. Dat betekent dat je daar gerust langs kan fietsen, maar ik zal dat zeker niet voor u beslissen of voor uw dochter, want dat is uw eigen inschatting. Waar AZC of opvang gerealiseerd is, is de leefomgeving er significant beter op geworden. Dan noem ik als voorbeeld de heel grote boot die in Rotterdam ligt, de Silja, daar zitten op moment meer dan 1.000 asielzoekers/vluchtelingen. Voordat die boot er lag, was dat een gebied waar best veel rare en vreemde dingen gebeurden ’s avonds. Het was niet een heel veilig gebied, samenscholing, mensen die je liever niet tegenkomt ’s nachts. Die zijn er allemaal niet meer, want er is heel veel zicht op, er is heel veel sociale controle, er is heel veel reuring. Ik zeg niet dat het onveilig was, maar ik wil alleen maar zeggen, het feit dat er mensen komen uit een ander land met een andere cultuur zegt niets over de veiligheid of onveiligheid in een gebied. Doordat er zoveel oog op wordt gehouden, denk ik dat je wel veel garanties hebt, dat er niet perse dingen mis hoeven te gaan.

Inwoner: Er is nu helemaal niets. Het voorbeeld van de boot is vanuit een drukbevolkt gebied. Met de opvang die er nu is, volgens mij zijn daar nooit problemen mee geweest. Maar als u zelf als vader of moeder met een kind van 10, sorry, dan denk je daar toch net even wat anders over. Ze hoeven zich maar één keer in de week te melden. Er is hier niets. Het is een leuk stukje waar ze komen, maar daarna is voorlopig ook niets, dus er is geen toezicht. Dat is er niet.

De gespreksleider: U bent bang voor?

Inwoner: Ik ben bang, als zij ’s avonds vanuit haar sportclubje komt, dan zal ik toch echt zelf mee gaan fietsen. Die zelfstandigheid durf ik niet aan.

De heer Beijersbergen: Ik ben de projectleider geweest 1,5 jaar lang van de Tobias en tevens veiligheidsadviseur in deze gemeente. Uw zorgen kan ik niet in één keer wegnemen. Wat ik wel kan aangeven, we hebben eerst het feit dat de 50 mensen die daar zitten, dat zijn met name gezinnen met kinderen of gezinnen zonder kinderen, in ieder geval geen alleenstaande mannen. Als we straks een groep van 200 krijgen, hebben we in ieder geval een belangrijke doelgroep, die het gemêleerde gezelschap moet vormen daar al zitten. Dat houdt in dat er op die locatie de hele tijd ook kinderen. Het is niet dat uw kinderen de enigen zijn in de buurt, die zitten daar ook. Dan begrijp ik het punt, dat het vervelend is, mijn kind gaat daar langs, er is geen toezicht. Maar het is juist heel erg open daar. Dat houdt in dat we met de wijkagent, met de BOA’s, met ons team Veiligheid kijken we zelfs uit op de plek, wij zitten op de derde verdieping aan de achterkant, dus we kijken erop uit. We hebben echt wel toezicht. We hebben ook afspraken gemaakt met de school waar ze nu naast zitten. Het gaat eigenlijk heel goed. Mijn vraag en oproep aan u allen om met ons samen te monitoren en te zien dat het wel goed gaat in plaats van dat we meteen fietsroutes gaan omleggen. Ik denk dat als we er wat extra op inzetten, dat we juist dat vertrouwen kunnen laten groeien. Ik ben het helemaal met u eens, er zijn bepaalde doelgroepen waar we als gemeente met het COA heel scherp op moeten zijn. We willen hier geen rotzooitrappers. Je hoort weleens van die verhalen van mensen die eigenlijk kansloos zijn in de hele procedure, die we willen we niet als een grote groep bij elkaar hebben, die gaan inderdaad problemen veroorzaken. Daar kunnen we juist voor bij zijn. We kunnen afspraken met COA maken om te zorgen dat er een natuurlijk, normaal leefklimaat op die locatie is. In die zin zou ik zeggen: onze wijkregisseur BOA is erbij betrokken. We gaan het echt niet alleen zeggen: we houden toezicht. Nee, we houden daar goed toezicht op. Als er zorgen zijn op bepaalde momenten, laten we dan actie doen, dat we kijken en begeleiden en misschien wel mensen van het COA juist erbij betrekken en ook vooral die asielzoekers. Mijn oproep aan u is: kijk samen met ons hoe we het veilig kunnen maken in plaats van het verleggen van de routes, want dat is vaak niet de oplossing. Ik denk niet dat andere routes de oplossing is van uw onveiligheidsgevoel.

Inwoner: Ik woon hier in Berkel en ik heb een vraag aan het COA. Ik vraag me af hoe de groep eruit gaat zien, in zoverre, ik hoor dat mensen heel vaak verplaatst worden, dat ze van hot naar her gesleept worden en dat ze soms maar 2 maanden ergens blijven en dan weer naar een andere locatie moeten. Mijn vraag is: gaat deze groep een beetje blijven, dat het niet elke keer nieuwe groepen zijn.

Mevrouw Van Vree: Het klopt dat mensen heel veel verplaatst worden ook onder andere omdat er heel veel noodopvang is dat komt en gaat. Gelukkig gaan mensen ook verhuizen omdat ze een woning hebben. Wat we allemaal het liefst willen, is dat de mensen die hier komen als asielzoeker, op het moment dat ze een status krijgen, ook gekoppeld worden aan de gemeente Lansingerland, zodat mensen hier al kunnen beginnen met het opbouwen van een bestaan. Ik denk dat we daar samen met de gemeente wel een inspanning voor gaan leveren, om dat te realiseren. Het is voor niemand goed, zeker niet voor kinderen om van hot naar her geplaatst te worden, dus dat is geen doel op zich. Het gebeurt soms. Soms gaan mensen weg omdat ze gekoppeld zijn aan een andere gemeente en dan naar een opvang gaan die daar dichtbij is, zodat ze daar al kunnen beginnen met inburgeren. Zolang het hier is en er zijn geen redenen om verplaatst te worden, dan gebeurt dat natuurlijk niet.

De gespreksleider: Maar het kan dus zijn dat iemand asiel aanvraagt en statushouder wordt, dus mag blijven, maar dan aan een andere gemeente wordt gekoppeld en daar dus gaat wonen. Maar u zegt: wij gaan inspanning verrichten om ervoor te zorgen dat ze juist hier kunnen blijven.

Mevrouw Van Vree: De gemeente heeft aangegeven dat ze dat graag willen, zodat er mensen wonen die hier een bestaan kunnen gaan opbouwen. We kunnen daar gezamenlijk in optrekken om te kijken of we dat kunnen realiseren, want dat is voor iedereen het fijnste.

De heer Usman: In Gouda is de doorstroom vrij klein. Er zitten veel mensen gekoppeld aan Gouda. Wij zijn een vast AZC, dat betekent dat mensen ook niet hoeven uit te stromen omdat we sluiten, zoals hier. Dat is eigenlijk de oorzaak dat er veel wisselingen zijn. Verder zitten alle locaties overvol, waardoor als je iemand verplaatst meteen iemand anders ook verplaatst moet worden. Het is iets wat we niet willen. We willen eigenlijk helemaal niemand verplaatsen. Als ze ergens zitten, willen we ze op die plek houden, dan kunnen ze daar tot rust komen, kunnen ze daar met hun kinderen naar school toe. We willen het niet, maar soms worden we gedwongen door de omstandigheden om andere plekken te gaan zoeken. Maar in principe niet.

Inwoner: Ik ben een nieuwe inwoner van deze gemeente, geen onbekende, want ik heb al eerder contact gezocht met de gemeente, omdat ik best wel was geschrokken van dit nieuws. Ik hoor net over fietspaden, wij hebben echt exact dezelfde zorgen geuit: jongens, het is een nieuwe wijk in ontwikkeling, hebben jullie wel rekening gehouden met de routes, het is het visitekaartje. Er wordt niets mee gedaan, dat was het antwoord. Er zijn dus meer mensen die zich daar zorgen om maken. Ik hoop dat meer mensen die geluiden laten horen, dat de gemeente daar daadwerkelijk wat mee gaat doen.

De gespreksleider: Wilt u dat nu als signaal mee geven? Of wilde u ook nog een vraag stellen?

Inwoner: Nee, het is nu een signaal. Er zegt nu nog iemand: let op de route. Dus ook de vraag aan de gemeente: doe daar iets mee.

De gespreksleider: U onderstreept het geluid van mevrouw daar.

De heer Segers: Ik had mevrouw al gesproken. Het is niet zo dat er niets mee wordt gedaan. Wat wij hebben gezegd, dat was het gesprek dat wij hadden, een terecht punt, dit is de ontsluitingsweg van de wijk, dus je rijdt er hier in en je rijdt er in een U uit. De opmerking van de bewoners was, die konden wij ons heel goed voorstellen: zo kom je de wijk in. Dit is één van de eerste gebouwen, het is het visitekaartje van de wijk. Wat wij hebben gezegd, waar wij niets aan kunnen doen, is dat die wijk natuurlijk gepland is en dat de mobiliteit daar helemaal bekeken is, dus dat we niet de wegen kunnen omleggen. Dat kunnen we niet doen. Wat we wel hebben gezegd, dat nemen wij heel serieus, het is inderdaad het visitekaartje, daarom zetten wij vol in op een locatie die goed ingepast is in het gebied en er niet uitziet als een blokkendoos van op elkaar gestapelde containers met een hek eromheen, maar dat het mooi in de omgeving past. Daar heb ik geprobeerd woorden aan te geven in mijn presentatie, maar dat is precies wat we proberen te doen om het visitekaartje weldegelijk beter te hebben.

De gespreksleider: Deze dames onderstrepen de veiligheid naast de esthetiek.

Inwoner: Ik had een vraagje, ik hoorde over veiligheid, ik hoorde dat er een heel groot team op zit, maar wat ik eigenlijk miste, ik denk dat dat te maken heeft met veiligheid, of er ook psychische hulp is voor deze mensen, want mensen hebben toch een oorlogstrauma of een ander soort trauma. Dan kan iedereen de veiligheid garanderen, maar het is natuurlijk ongrijpbaar. Ik miste in dat stukje of er ook psychische hulp is.

Mevrouw Van Vree: De psychologische zorg wordt geleverd door de GZA, de gezondheidszorg voor asielzoekers. Een arts, een verpleegkundige en praktijkondersteuners met als aandachtsgebied GGZ zitten aan dat team verbonden. Dat is de eerstelijns GGZ en wordt geleverd door de GZA. Op het moment dat mensen andersoortige problematiek hebben, dan worden ze doorverwezen naar de tweedelijns GGZ en dat is de reguliere zorg, zoals die hier in de omgeving is.

De heer Segers: Het hoort bij de basis die op de locatie aanwezig is, ook de eerstelijns gezondheidszorg geestelijk.

Inwoner: Ik heb een aantal vragen, waarvan 2 aan Leon Hoek. De eerste vraag is, ik weet dat de gemeente altijd verplicht was om een aantal statushouders op te nemen, ieder jaar een bepaalde hoeveelheid. De hoeveelheid zal ik niet noemen, want ik weet niet of het veranderd is de laatste jaren. Hoe staat dat tegenover de mensen die wij nu opnemen? Komen de statushouders, waartoe we verplicht waren, hier nog bovenop of vallen ze hier onder? Ik zie bij ‘bovenop’ dat er 2 heren ja knikken, dus daar heb ik mijn antwoord op. In maart 2026 zou het moeten sluiten, omdat de projectontwikkelaars verder willen gaan. Wat gebeurt er dan hiermee? Wordt er een andere locatie gezocht of stopt het helemaal? En nog een algemene vraag: kunnen wij de presentatie krijgen? Wie wordt het aanspreekpunt voor de bewoners? Niet de bewoners hier, maar de bewoners in Boterdorp.

De gespreksleider: Kunnen we de presentatie krijgen? Het antwoord is ja.

Inwoner: Mensen die uitgeprocedeerd zijn, dus eigenlijk weg moeten, dan hoor je heel vaak, dat die verdwijnen in het niets. Wat gaat COA doen om dat tegen te houden, want dat worden dan wellicht mensen die gaan zwerven in de gemeente.

Wethouder Hoek: Met betrekking tot de eindigheid is juni 2026 genoemd, dan komt de projectontwikkelaar hier aan en zal hij willen gaan bouwen. Hoe de toekomst eruit ziet, ik kan niet in een glazen bol kijken. Ik denk wel, dat we in de toekomst wel een uitdaging hebben met mensen die op de vlucht zijn, maar daar zullen we dan nieuwe besluiten op moeten nemen, de gemeenteraad. Ik denk wel dat dit een continu dossier is, gezien de ellende in de wereld. Als het hier stopt, zullen we weer een beslissing moeten nemen over het vervolg.

De heer Segers: Het aanspreekpunt. Dit is de website en het mailadres, dat is natuurlijk onpersoonlijk, maar dat is omdat we niet kunnen garanderen dat er altijd precies dezelfde personen achter zitten. Maar als er hier mensen in de zaal zijn, die een mail hebben gestuurd hier naartoe, dan weten ze dat ze heel snel antwoord hebben gekregen van een mens, die dat zelf heeft ondertekend, in dit geval ben ik dat. Zolang de opgave er is, ben ik dat zelf en onderteken ik ook zelf. Daarom ken ik mevrouw ook al, omdat ik op haar mail heb gereageerd met mijn naam en telefoonnummer en hebben wij al een afspraak gehad. Dat willen we continueren.

De gespreksleider: Zolang de opgave er is, is de opgavemanager er. De presentatie wordt gedeeld. Wat doen we met mensen die onderduiken als ze uitgeprocedeerd zijn en geen statushouder zijn geworden?

Mevrouw Van Vree: Ik kan er eigenlijk alleen in algemene zin iets over zeggen. Een klein deel van de mensen krijgt geen asiel, deze mensen worden begeleid bij het terugkeren. Maar zoals u al zei: niet iedereen gaat terug. Er zijn speciale opvanglocaties voor mensen die moeten terugkeren. Wij doen er alles aan om te zorgen, dat zij dat ook doen. Er zijn mensen die verdwijnen in wherever. Ik denk dat dat niet perse in Lansingerland zal zijn. Dat zijn mensen die naar andere landen gaan om daar weer asiel aan te vragen of naar grote steden, waar mensen een illegaal bestaan leiden. Ik zie mevrouw van Vluchtelingenwerk knikken, dat dat niet de ervaring in Lansingerland is.

Mevrouw Hes: We zien inderdaad dat ze naar de grote steden gaan en ook daar zijn opvangprogramma’s voor. Het zijn mensen die geen status hebben en geen documentatie. Ongedocumenteerden heet dat. Daar wordt gekeken of ze in bed, bad, brood-regelingen vallen of dat ze samen met de dienst terugkeer en vertrek toch proberen om hen alsnog naar het land van herkomst te krijgen.

Inwoner: Ook een bewoner van de wijk hierachter. Ik wil ook zeggen, dat ik zorgen heb over de veiligheid. Er wordt veel geantwoord: de veiligheid op het terrein zelf. Maar het gaat ons meer om de veiligheid erbuiten. Inderdaad kinderen. Je zegt: ik fiets met mijn kind mee. Maar ook een vrouw, hoe wordt voor onze veiligheid gezorgd?

De heer Segers: In principe heeft de heer Beijersbergen daar al op willen reageren, doordat hij heeft gezegd, het stond ook op de slide van het COA: in de openbare ruimte is gewoon de normale veiligheid van toepassing, waar de burgemeester voor verantwoordelijk is. De inzet rondom dit soort locaties is altijd extra.

De gespreksleider: Je hoort dat de zorg toch duidelijk leeft bij veel vrouwen, die vragen hebben gesteld in de zaal. Meneer van de gemeente, u zei al: een kwart van de mensen gaat naar deze locatie over, dat zijn die 50 mensen waar u intensief mee gewerkt hebt. Dat zijn veel gezinnen.

De heer Beijersbergen: Ze zitten op die locatie. Ik begrijp die zorg echt wel. Ik heb zelf ook 4 jonge kinderen. Toen ik daar voor het eerst kwam, zelfs in weekenden als er wat was, ben ik er met mijn eigen kinderen weleens langs gegaan, want ik moest daar toch even wat dingen regelen. Die lopen daar dan ook rond. Wat je dan ziet: ze lopen rond tussen de andere asielzoekerskinderen. Afgelopen kerst werd daar een kindje geboren, hoe kwetsbaar kan je het hebben? Ik begrijp de zorgen die u heeft, maar om heel eerlijk te zijn, de zorgen heb ik ook op de locatie daar zelf. Het enige wat we kunnen doen, dat heb ik nu ook geregeld samen met de locatiemanagers, de zorgwerkers, de verpleegkundige die er zitten, om zo goed mogelijk iedereen in kaart te hebben. Als we signalen hebben, als we denken: deze persoon zit hier niet goed of ze hebben PTSS, dan wordt daar meteen over aan de bel getrokken. Om heel eerlijk te zijn, ik ben veiligheidsadviseur in deze gemeente, helaas bestaat mijn werk voor het merendeel uit inwoners van Lansingerland met problemen. Daarmee wil ik niet uw onveiligheidsgevoel bagatelliseren, maar wel aangeven, ik begrijp dat we de verhalen in de media tegen hebben, maar nu, deze locatie, ik heb nog geen enkel iets gehad, waarover ik me zorgen heb hoeven te maken. Dat biedt geen garantie voor de toekomst. Ik hoop dat we samen kunnen kijken hoe we het zo veilig mogelijk voor iedereen kunnen krijgen. Dat is volgens mij vooral door met elkaar in gesprek te gaan en elkaar te leren kennen.

De heer Usman: Ik ben locatiemanager van Gouda, daar hebben we 200 alleengaande mannen, waar iedereen bang voor is. We hadden een klankbordgroep, die kwam elke 6 weken bij elkaar. We hebben het net afgeschaald naar één keer per kwartaal, omdat we elkaar niets te vertellen hebben. Dat is iets wat je op alle locaties wel ziet, dat je na een half jaar ziet, zowel voor de mensen op locatie als die erbuiten zijn, dat het rustig wordt. Pas was er een mooie podcast op de Correspondent van een hoogleraar uit Groningen. Die vertelde dat de buurten waar mensen in eerste instantie begrijpelijk bang zijn voor wat er kan gebeuren, dat dat na een half jaar verdwijnt en dat het na een jaar omkeert, dat mensen gaan samenwonen en samenleven. Dat de sfeer verandert daardoor. Ik zie dat nu in Gouda gebeuren. Ik zie helemaal niets met die 200 mannen gebeuren. Binnen wel, er zitten 8 mannen in 1 unit en die hebben echt weleens ruzie, omdat de plee niet schoon is. Maar buiten gebeurt er eigenlijk niets. Dat is mijn ervaring tot nu toe. De podcast is van de Correspondent, ik zal hem delen, ik zal zorgen dat die gedeeld wordt.

De gespreksleider: Hoe kan het nou, meneer Usman, wat u zegt, dat is waar, dat is waar iedereen bang voor is, 200 alleenstaande mannen en geen vuiltje aan de lucht. Hoe kunt u dat verklaren vanuit uw ervaring?

De heer Usman: Die mensen zijn hier gekomen om een veilig heenkomen te zoeken, daar zijn ze voor gekomen. Ze zijn niet gekomen om rotzooi te trappen. Wat wij zien, een aantal mensen die in Ter Apel komen, dat zijn de draaideur vluchtelingen, die afgewezen worden, een jaar naar Frankrijk gaan en daarna terugkomen, dan naar Duitsland gaan, weer terug komen. Zij krijgen nooit een status, die gaan problemen opleveren, zij blijven problemen opleveren. Maar de gewone vluchteling wil hier een huis krijgen, wil veiligheid hebben, wil zijn gezin hier naartoe halen, wil zijn leven opbouwen. Dat doe je niet door overlast te gaan geven. Sterker nog, je vergooit je kansen ermee om een status te krijgen en je kan zelfs je status verliezen. Vanuit die doelgroep hebben wij heel weinig overlast. De overlast is van de draaideurvluchteling, die leveren de overlast, die moet je in kleine groepjes bij elkaar hebben. Op sommige plekken, zoals in Ter Apel, daar zitten er heel erg veel en dat levert grote problemen op, dat zie je in het nieuws en daar worden wij door beïnvloed met zijn allen. Ik voel me nergens veiliger dan bij ons op de werkplek.

Inwoner: Ik wil eerst even zeggen wat ik allemaal doe en gedaan heb. Ik ben 20 jaar in het onderwijs geweest, daar zitten verschrikkelijk veel lastige kinderen bij, vooral in de puberteit. 50 jaar kom ik in Bosnië, ook in de oorlogsgebieden en ik heb dit nooit meegemaakt, de vragen die hier gesteld worden. Ik ben overal geweest, ook waar echt geschoten werd en ik heb me overal veilig gevoeld. Ik wil niemand hier beleren of iets zeggen, maar ik vind dat je niet bang moet zijn voor iets wat misschien nooit gebeurt. Als ik hier in Bergschenhoek rond loop en ik zie mensen met een hoofddoekje of met een baard of anders dan een blanke Nederlander en ik praat met die mensen en ik zeg goedendag, dan zeggen ze goedendag terug. Dan komt langzaam een praatje, ook als je de taal niet helemaal beheerst. Ik beheers 5 talen, maar ik kan me overal verstaanbaar maken. Dat is leuk, als je contact hebt met mensen, zij voelen zich dan ook beter. De volgende keer weer goedendag. Dat lijkt me een simpele zaak. Mensen meer benaderen, ergens heen gaan en laten zien wie je echt bent. Dat was het.

Inwoner: Ik wil even zeggen: die meneer heeft gelijk. Ik woon hier gelijk vooraan, ik zie die kinderen spelen altijd. Het enige wat ik gezien heb van die groep hier, ik loop ook met mijn hondje buiten, dat ’s avonds weleens 2 of 3 mannen daar lopen op badslippers en een baard, dat ik denk: hoo. Maar dat is omdat wij er niet zo bekend mee zijn. Het enige wat ik me afvroeg. Als er zo’n grote groep is, of ze dan ook kijken dat ze ’s nachts niet op pad gaan of ’s avonds laat. Dat gebeurt nu dan wel, maar dat zijn er 2 of 3, die ik zie lopen. Dat is mijn vraag, hoe ze daar mee omgaan. Waar we eigenlijk momenteel meer overlast van hebben, zijn die hartstikke leuke jongetjes met die fatbikes, daar ben ik meer bang van dan die mannen die daar ’s avonds lopen. Ze zeggen inderdaad gedag. Het punt is, waar we een beetje angstig voor zijn, je ziet niemand. Al 2 maanden lang rijden die jongetjes zich bijna hartstikke dood en er komt helemaal niemand kijken. Met die fatbikes, misschien ken je dat fenomeen, dat soort dingen, en vuurwerk. Ik denk dat het alles bij elkaar is. Daar hoef je niet specifiek bang voor te zijn.

De heer Segers: Het is een herhaling van wat we eerder hebben gezegd, het is de openbare ruimte. Mevrouw Van Vree heeft gezegd: de mensen worden niet opgesloten, dus ze zijn vrij om te gaan en staan waar ze willen. Dus het is niet uitgesloten, dat mensen op pad gaan, net zoals iemand die ergens woont dat ook kan doen. Dan kom ik op wat de heer Beijersbergen zei, dat we met elkaar in de gaten moeten houden, net zoals we dat zouden doen met groepen overlast gevende jongeren rondom bepaalde plekken, dat je dat met elkaar signaleert en dat je daar dan extra ogen op wilt hebben. Dat kan net zo goed hier.

Inwoner: Ik woon ook hier in die nieuwe wijk. Ik heb eigenlijk een vraag van mijn buurman, die er niet bij kon zijn. Krijgen we nog iets als een beheercommissie of afvaardiging van bewoners die eens per 3 maanden overleg voert? Dat is dus de klankbordgroep. Hij vroeg ook: het is fijn om te weten op welke manieren wij zouden kunnen helpen bij die mensen.

Wethouder Hoek: Hoe dat praktisch georganiseerd wordt, hebben we nog niet helemaal duidelijk, maar als je je aanmeldt voor de klankbordgroep, kan ik me voorstellen dat dit een onderwerp is waar we verder mee gaan, want natuurlijk is de gemeente erg gebaat bij mensen die een inspanning willen plegen om deze mensen op een goede manier welkom te heten hier in Lansingerland en een mooie tijd te bezorgen. Het is mooi als er vrijwilligers zijn, die daar een inspanning voor willen plegen, want volgens mij begint het daarmee. Dank je wel voor het aanbod.

De heer Segers: Daar liggen ook die papieren voor. U heeft zich allemaal aangemeld, wij hebben uw gegevens, wij kunnen de presentatie delen, we hebben contact. Maar schrijf gerust uw naam en mailadres op zo’n briefje, ook als u in zijn algemeenheid met iets wilt helpen, in uw geval uw buurman, want dan kunnen we met elkaar in contact blijven.

De gespreksleider: Dat is een mooie suggestie. Ik weet van andere avonden over vluchtelingen, dat de één met de mensen wil gaan sporten, een ander wil boerenkool maken, waarom je dat zou willen, maar goed, er zijn mensen die dat willen. Of knutselen en Nederlands leren. Als u denkt: ik heb een idee, ik heb een leuke hobby, vul het in, je weet maar nooit waar mensen op zitten te wachten, misschien zelfs boerenkool.

Inwoner: Ten eerste wil ik graag weten: zijn hier kosten mee gemoeid voor de gemeente Lansingerland en hoe groot die kosten zijn. En stel, dat iemand hier uit het centrum statushouder wordt en daar moet een woning voor gezocht worden. Gaat hij voorrang krijgen op de bestaande mensen die een woning zoeken? Er zijn mensen die 10 of 15 jaar op een lijst staan om aan een woning te komen. Hoe ga je dat verkopen, om statushouders voorrang te geven?

De heer Segers: Over de kosten, even voor het gemak in 3 mootjes hakken. Als het gaat over de inzet die we nu plegen als gemeente om de regie in eigen handen te houden, dan hebben we inzet van mensen nu, daar zijn ook kosten mee gemoeid. Daar hebben we afspraken over gemaakt met de gemeenteraad. Over een deel daarvan kunnen we, als de voorziening er is, met het COA afspraken maken. Dat is mootje 1, de inzet van de eigen mensen van de gemeente Lansingerland. Het tweede mootje zou gaan over de bouw, de realisatie. Er zijn kosten gemoeid met het bouwrijp maken, de kavel bereikbaar te maken. Die kosten worden gedekt door het COA. Mootje 3, de locatie staat er, de COA is dan de baas op de locatie en de inzet en kosten die daarmee gemoeid zijn, zijn ook aan het COA. Dat wil niet zeggen dat iedere euro helemaal kostenneutraal is voor de gemeente, want we zetten ook mensen in om het op een goede manier te laten landen in de gemeente.

De gespreksleider: De WOZ zal omhoog gaan, zegt u?

Wethouder Hoek: Daar heb ik nog geen signalen van, eerlijk gezegd. U stelde een terechte vraag, het is best een ingewikkelde, vind ik. Ik heb zelf ook 3 dochters in de leeftijd dat ik denk: joh, het wordt tijd dat jullie uitvliegen. Nee, het is ontegenzeggelijk zo wat u zegt, het klopt. Daar kunnen wij geen beleid op voeren. We krijgen gewoon vanuit het rijk middels een berekening hoeveel statushouders je moet plaatsen en daar hebben we aan te voldoen. En ja, dat gaat ontegenzeggelijk ook ten koste van onze eigen inwoners, ik kan het niet mooier maken dan het is. Maar gelukkig zitten wij wel in een situatie dat we de komende jaren veel kunnen bouwen voor onze jongeren en senioren, dus dat verzacht wellicht de pijn enigszins. Maar het klopt wat u zegt, die mensen komen niet onderaan de stapel. Anders zou de keten noodvoorzieningen veel meer uitgebreid moeten worden, want dan hebben we echt een probleem. Dus die komen niet onder op de stapel, maar ze zullen dus wel in woningen in Lansingerland komen. Gelukkig bouwen wij de komende tijd veel appartementen, woningen voor jongeren en senioren en dat verzacht wellicht de pijn enigszins. Maar daarin zijn we niet uniek, dat geldt eigenlijk voor iedere gemeente in Nederland: statushouders krijg je gewoon toegewezen en daar heb je voor te zorgen.

Inwoner: Jonge mensen die hier wonen willen ook hun leven opbouwen, maar krijgen geen kans.

De gespreksleider: Dat is een generiek probleem, dat geldt voor heel Nederland, dat is een groot politiek drama, maar u kunt stemmen op de 22e. Ik denk dat er op dit moment geen passend antwoord is anders dan de wethouder al gaf.

6. Uitleg over informatiemarkt

De gespreksleider: Beste mensen, ik wil jullie bedanken voor jullie tijd, voor de nette, constructieve manier waarop jullie je inbreng hebben geleverd. Het verslag kunnen jullie krijgen, het komt op de site of je krijgt het gemaild. In de raadsfoyer kunt u uw oor te luisteren leggen bij opvang en begeleiding of bij bouw en inrichting van het gebied. U kunt daar vragen stellen. Alle mensen van Vluchtelingenwerk, van COA, van de gemeente, die hun steentje hebben bijgedragen, zullen dat hiernaast ook nog doen.

Wat hebben we zoal gehoord het laatste anderhalf uur? Er zullen voornamelijk mensen komen uit Eritrea en Syrië, wellicht ook uit Israël, we weten het niet, er zijn brandhaarden genoeg in de wereld. Ik heb horen benadrukken, dat het vanuit de huidige 50 mensen in de Tobias een hele leefbare locatie is met veel gezinnen. Ik heb daarentegen ook vrouwen gehoord, die zeggen: ik vind het toch wel heel spannend als vrouw met jonge kinderen. Dat wordt door meerdere vooral vrouwelijke inwoners gedeeld, dat geluid. De meneer achterin zei: ga eens praten met niet-witte mensen. Hij had 20 jaar in het onderwijs gezeten. Ga eens contact maken, ga laten zien wie je bent. Wel een mooi geluid. Ook de buurman van iemand die hier is, wil helpen. Hij is hier zelf niet, maar iedereen die wil helpen: meld u aan.

De gespreksleider, om 20.30 uur: Ik wil u hartelijk bedanken voor uw inbreng. Praat gerust nog door, stel al uw vragen, er zijn geen taboes. Mijn naam is Suzanne Bollen en ik vond het een eer om hier voor de gemeente te mogen werken vanavond. Dank u wel.

7. Informatiemarkt raadsfoyer

Na de plenaire bijeenkomst in de raadsfoyer informele gesprekken.